In het atelier slingeren ze rond, allerlei vormen. Ze liggen op schappen of zijn aan de wand geprikt. Hun herkomst is divers; uitgeknipt uit het canvas van afgekeurde schilderijen, gevonden karton van verpakkingen, collages gemaakt van knipsels. Ze zijn vaak al “af”, niets meer aan doen dus en me laten voeden met het verhaal dat ze vertellen. Maar er zijn ook vormen die ik wil uit vergroten en beschilderen. Dit heb ik al eens eerder gedaan, dat uitvergroten, maar deed dat bij benadering en kwam dan toch vaak uit bij mij bekende vormen. Er bleef vaak weinig over van de oorspronkelijke vorm. Niks mis mee, maar het risico is dat je steeds terug komt bij vormen bepaald door je motoriek kan ook beperken. Daarom besloot ik de knipsels eens precies op schaal uit te vergroten. Daarvoor koos ik een vrij omslachtige methode, ruitjespapier, rekenwerk. Passen en meten dus. Tijdens dit proces waarbij kleine bij toeval ontstane vormen opgerekt werden had ik genoeg tijd te ontdekken hoe belangrijk de schaal is waarop de vorm wordt uitvergroot. Handig zou zijn als de werking van het origineel in zijn uitvergrote gedaante het zelfde zou zijn. Maar dat klopt niet, vormen kunnen uit hun verband getrokken worden en daardoor hun kracht verliezen. Dit merkte ik toen ik de uitvergrotingen ging overtrekken op karton en vervolgens aan de wand bevestigde. Een aantal vielen hierom af. Wat overbleef waren die vormen waar ik een aanzet van een ruimte zag en de mogelijkheid om met verf, kleur en beweging de ruimtelijke dimensie te versterken.
Nu na weken meten, rekenen en zagen kijk ik uit naar het andere, dat wat ik al ruim 35 jaar doe, namelijk het werken met verf en kleur. Onlangs toen ik even genoeg had van al het meten, nam ik een bestaand paneel onder handen om wat aan de kleur te veranderen. Tijdens het werk hieraan kwam het antwoord op de vraag waarom schilderen zo belangrijk voor mij is, zomaar voorbij. Er wordt namelijk een laag in mijn brein geactiveerd waar een soort dieper weten huist met herinneringen aan het zijn op de dijk bij mijn geboortegrond, het kijken over de uiterwaarden en de rivier. Deze en andere beelden worden opgeroepen, zonder dat het landschap letterlijk geschilderd hoeft te worden. Het zijn flarden, echo’s die weerspiegelen op de zorgvuldig uitgemeten panelen. En zo ben ik via het meten bij het weten terecht gekomen.
2 oktober 2019